Mam, mag ik op de Ipad?

“Mam, mag ik op de iPad?”

Het is niet de eerste keer dat ik dit hoor.
Het is al minstens de 10e keer dat ik deze vraag naar mijn hoofd geslingerd krijg.

“Straks, lieverd”

Hoor ik mezelf redelijk kalm zeggen.
Terwijl de frustratie in mijn lijf omhoog borrelt.

Ik loop naar de keuken om de borden en het bestek van de lunch op te ruimen.
En ik voel…dit wordt een lange middag.

Ik heb behoefte aan rust en ik weet…die zal me niet gegund worden vanmiddag.
Ik neem een flinke teug adem en verman mezelf. Want…Ik moet door…

Dat was op woensdagmiddag 10 mei 2017…

Waarom ik me die middag nog als de dag van gister herinner?
Omdat het voor mij een middag was die mijn leven veranderde.

In een helder moment pakte ik pen en papier en begon te tekenen.
Een puzzelstuk, een bakje fruit en een iPad.

Mijn toen 6 jarige zorgintensieve zoon keek aandachtig naar de tekening.
Gleed er met zijn kleine vingertje langs en mompelde zachtjes wat hij zag.

“Ok, mam. Ik ga eerst puzzelen, dan fruit eten en daarna mag ik op de iPad”.

Om vervolgens naar de kast met de puzzels te lopen.

Eindelijk wist hij waar hij aan toe was.
En zag ik letterlijk wat er nodig was om er voor hem en vooral ook voor mezelf te kunnen zijn.
In welke uitdagende situatie dan ook.

Dat zorgde ervoor dat ik anders ging kijken naar de situatie met mijn zorgintensieve zoon en hoe ik ermee omging.
Wilde ik er zo mee omgaan of kan het anders? Hoe wil ik me daarbij voelen? Die twee vragen hebben voor mij het verschil gemaakt.

Drie weken geleden begon ik mijn theatervoorstelling met deze anekdote.
Omdat de anekdote zo mooi laat zien dat er altijd een oplossing dichtbij is als je de afloop durft los te laten. Je vertrouwt op jezelf en je jezelf toestaat de begeleiding van zorgintensieve kinderen op jouw eigen manier te doen. Waardoor het je minder frustratie kost en meer energie oplevert.

Op vrijdag 29 november speel ik mijn theatervoorstelling voor de tweede keer. In CulturA&Zo in Nootdorp. Voor iedereen die (dagelijks) te maken heeft met zorgintensieve kinderen. Je bent van harte welkom.

Koop hier meteen je ticket (s) >>

Ik kan niet tekenen…

Ik hoor het veel om me heen. Tijdens mijn webinars of trainingen. Als reactie op een post op Facebook of Linkedin. Mensen die zeggen dat ze niet kunnen tekenen. Ook ik dacht jarenlang dat ik niet kon tekenen.

Nu hoor ik je denken: “Huh, jij?!”

Ja, ik!

Vroeger tekende ik graag en zette ik best een aardige lijn op papier. Toch ben ik er gaandeweg mee gestopt. Een aantal jaar geleden kwam ik weer in aanraking met tekenen. Tekenen om te communiceren. Mijn eerste reactie was: “dat kan ik niet.”

Maar toch was mijn interesse gewekt. Het zat ‘m in de eenvoud waarmee Bas van de Betekenaar het tekenen presenteerde. Dat het niet ging om mooi tekenen maar om herkenbare tekeningen. Functioneel tekenen om een boodschap overbrengen en niet om het maken van een kunstwerk.

 

Mijn gedachten gingen terug naar vroeger…

Als jong meisje tekende ik graag. Dingen natekenen en ook zelf dingen verzinnen om te tekenen. Heerlijk in de kantlijn van mijn agenda droedelen. Zo heet het maken van kleine tekeningetjes; bloemetjes, zonnetjes, figuurtjes etc.

Op de middelbare school tekende ik mijn huiswerk. Ik maakte een soort krant op van dat ouderwetse matrix printerpapier. Gewoon omdat ik dat leuker vond dan alles oplezen of overschrijven. Wat ik toen niet wist, was dat het tekenen mij hielp om de lesstof beter te begrijpen en onthouden.

Op de universiteit kreeg ik een computer. Toen is het tekenend leren gestopt. Eenmaal op de werkvloer was ik juist degene die collega’s aanstootte als ze tijdens de vergadering zaten te droedelen. Terwijl ik nu weet dat juist dat heel effectief is; het zorgt er voor dat je je aandacht makkelijker bij de vergadering kunt houden!

 

Waarom  was ik ooit gestopt met tekenen?

Dus niet alleen omdat ik op de uni een computer kreeg of omdat ik het op kantoor kinderachtig vond. Maar de échte reden dat ik was gestopt met tekenen.

Toen ik mezelf die vraag stelde, hoorde ik ineens de stem van mijn tekenleraar op de middelbare school…

 

“Wel mooie strakke lijnen neerzetten, hoor”.

“Je houdt je potlood niet goed vast”

“Dat gekriebel in je schrift is kinderachtig. Wat ik jullie leer, is het echte werk”

 

Tsja, tekentechniek en het juiste soort potlood was voor hem erg belangrijk. Vanuit zijn vak gezien natuurlijk logisch. Maar het heeft mijn teken-vertrouwen geen goed gedaan.

Het voor de mooi tekenen, daar ben ik toen acuut mee gestopt. Het tekenend leren  heb ik nog wel even vol gehouden maar op de uni en op het werk vond ik dat niet meer kunnen. Met dank aan die tekenleraar 😉

 

Gelukkig is het goed gekomen.

Na die ontmoeting met Bas, volgde ik een basis cursus visueel communiceren bij hem. Ik was verkocht! Zo simpel was het. Vervolgens ben ik blijven plakken bij de Betekenaar en heb ik jaren trainingen gegeven in het bedrijfsleven. Om mensen te leren hoe ze tekenen gebruiken in de communicatie met anderen om zo hun boodschap beter te vertellen en elkaar beter te begrijpen. Tegenwoordig leer ik begeleiders van kinderen en (jong) volwassenen met autisme hoe ze tekenen inzetten in de begeleiding.

En gelukkig zegt er na een training bij mij nooit iemand meer dat ‘ie niet kan tekenen!

Ook teken ik alweer jaren met plezier voor mijn ontspanning. Én gebruik ik het op een leuke en effectieve manier in de communicatie met mijn zoon Hidde, die autisme heeft. Het tekenen helpt hem om te overzien wat er op een dag gaat gebeuren. Het geeft hem rust en structuur.

Hoe zit het met jouw overtuiging over tekenen?
Laat je het me weten onder deze blog?

.

.

.

.

PS. Als je denkt dat je niet kunt tekenen en je wilt van die overtuiging af…dan is de online Masterclass “Tekenen in gesprek met je client” de moeite waard. Op maandag 1 november van 20.00 tot 21.30 uur help ik je met alle liefde van die overtuiging af én leer je hoe je tekenen inzet in de begeleiding van je clienten met autisme. Voor het bedrag hoef je het niet te laten; €39,- incl. btw

Groene regenlaarzen

Hij herkende mijn tekening niet!

Zo, dat is een dik been!

Verwacht weerstand

Blog – Handen wassen

Blog – Ziek zijn met kinderen; een hele opgave

“Wie moet ons dan naar school brengen als jullie ziek zijn?” vraagt de oudste. “Nou gewoon…mama en papa” antwoord ik. Dat stelt hem gerust. Ik krijg een dikke knuffel en de vraag of ik me al wat beter voel. Ondertussen bonkt het in mijn hoofd als een malle. Griep is onderweg, geen ontkomen meer aan, vrees ik.

Mijn man heeft net een week met griep op bed gelegen. Zelf loop ik al een paar dagen rond met zo’n zeurende hoofdpijn waarvan ik denk oei welke kant gaat het op. Dat de jongens nog niet ziek zijn geworden, verbaasd me ook dit keer weer. Dat “domino effect” waar ik veel ouders over hoor – als de één ziek wordt, volgt de rest van het gezin ook snel – dat kennen we hier niet. Het blijft bij ons vaak beperkt tot onszelf. Afkloppen!

Op zich kwam het goed uit dat het vorige week voorjaarsvakantie was. Dat er logeerpartijtjes en bso dagen gepland stonden. Konden mijn man en ik even bijkomen samen. Gezellig op de bank hangen en een film kijken. Maar daarmee was de griep helaas nog niet verdwenen. Gister moesten de jongens weer naar school. Ze hadden wat moeite met het vroege opstaan maar verder voelde ze zich superfit. Dus trokken we onszelf uit bed en gingen aan de gang. Om daarna uitgeblust op de bank te ploffen om moed te verzamelen voor de volgende klus.

Ziek zijn met kinderen; ik vind het best een opgave. Ik vind het nog niet zo makkelijke om me echt over te geven aan het ziek zijn. Het werk loslaten dat lukt me na een dag of wat wel maar de kinderen? Nu kunnen onze jongens gelukkig een hoop zelf en als we ziek zijn lijkt het wel alsof ze nog meer zelf kunnen. Heel wonderlijk. Maar voor een hoop dingen hebben ze toch gewoon hun vader en moeder nodig; ziek of niet.

Gelukkig haalt Nina, onze oppas, vanmiddag de jongens uit school. Kan ik weer een poosje mijn bed in 😉

Blog – Opruimen: welk bouwwerk overleeft deze keer de opruimronde?

Dat is bij ons thuis welke week weer de vraag. Op donderdag komt onze hulp om ons huis schoon te maken. Heerlijk vind ik dat maar het betekent ook van tevoren opruimen. De eettafel vrij maken van knutselwerken en kranten. Al het rondslingerende speelgoed van de vloer in de kast. En de bouwwerken die al een week of langer (als ze de vorige opruimende hebben overleefd) de huiskamer domineren moeten toch echt afgebroken worden.

 

Op woensdag aan het einde van de middag is het dan zover….

Net als er de hele middag heerlijk gespeeld is en er allerlei uitbreidingen gemaakt zijn op de bestaande duplo bouwwerken. De vloer is bezaaid met autootjes, kralen en ander klein speelgoed. Vaak netjes gesorteerd op kleur of in rijtjes. De speelgoed kisten en lades zijn zo goed als leeg. Ik kan haast geen stap meer zetten zonder ergens tegenaan te lopen of bovenop te stappen. Als ik mazzel heb, is er nog net een plekje vrij op de bank om op te zitten. Als daar geen hut op gebouwd is van alle kussens, bijzettafeltjes en schapenvachtjes.

Heerlijk om te zien hoor hoe de jongens spelen. Hoe ze hun fantasie de vrije loop laten. Ook Hidde heeft inmiddels het idee van fantasie door en doet geregeld alsof hij een gans of dino is. Maar goed einde van de woensdagmiddag dus.

Dan begint de discussie over welk bouwwerk deze week de opruimronde mag overleven en in welke vorm. Geweldig vind ik dat want vooral Niels verdedigt zijn bouwwerken met hand en tand. Zelfs als deze al half zijn afgebroken door de rauwdouwerij van Hidde. Hij heeft er de hele week zijn ziel en zaligheid in gestopt. De bouwwerken hebben zijn fantasie geprikkeld en er is heerlijk mee gespeeld. Dat gaat me soms wel aan het hart maar ja een schoon huis – al is het maar voor even – is ook wel fijn. Dus onderhandelen we. Wat mag er blijven staan? Kan het eventueel in delen tijdelijk op de bank gezet worden zodat onze hulp kan stofzuigen of dweilen. Én wat we gaan doen na het opruimen oftewel welke beloning is er na het opruimen.

We noemen het dan wel niet zo maar een beloning is wel iets waar mijn jongens gevoelig voor zijn. Het hoeft niet groots te zijn. Een glaasje limonade of een bakje snackgroenten – zelfs als ze dat toch al elke dag krijgen – is al voldoende. Het motiveert ze om met het opruimen aan de slag te gaan. Vooral Hidde vindt het fijn om iets in het vooruitzicht te hebben. Iets waar hij naartoe kan werken. Nou dan ben ik de beroerdste niet om dat te regelen.

 

Hoe overleven bij jou thuis de bouwwerken de opruimronde? En zijn je kinderen te porren om op te ruimen?
Ik ben benieuwd!